Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wegenverkeerswet 1994

 

Artikel 108
1
Artikel 107 is niet van toepassing op bestuurders van:
a
gehandicaptenvoertuigen die zijn uitgerust met een motor, landbouw- of bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid;
b
motorrijtuigen, gedurende de tijd dat aan die bestuurders rijonderricht in de zin van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 wordt gegeven, voor zover het motorrijtuig daarbij niet onder toezicht wordt bestuurd en overigens is voldaan aan de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden;
c
motorrijtuigen, gedurende de tijd dat door die bestuurders een rijproef wordt afgelegd in het kader van een onderzoek, door of vanwege de overheid ingesteld, naar hun rijvaardigheid of geschiktheid, voor zover het motorrijtuig daarbij niet onder toezicht wordt bestuurd en overigens is voldaan aan de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden;
d
motorrijtuigen, indien die bestuurders vreemdelingen in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 zijn, die op grond van hun hoedanigheid van of betrekking tot diplomatiek of consulair personeel dan wel op grond van hun hoedanigheid van of betrekking tot personeel in dienst van een in Nederland gevestigde internationale organisatie houder zijn van een door Onze Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt identiteitsbewijs voor geprivilegieerden en aan wie, tenzij het een bestuurder van een bromfiets betreft, door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden;
e
motorrijtuigen, indien die bestuurders lid zijn van een krijgsmacht of behoren tot de civiele dienst van een krijgsmacht die in het kader van het op 19 juni 1951 te Londen gesloten Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, in Nederland is gelegerd, dan wel behoren tot het gezin van een lid van een krijgsmacht als hiervoor bedoeld of tot het gezin van een tot de civiele dienst van zodanige krijgsmacht behorende persoon, en aan wie, tenzij het een bestuurder van een bromfiets betreft, door het daartoe bevoegde gezag in de Staat van herkomst of één van zijn samenstellende delen een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden;
f
motorrijtuigen, anders dan bromfietsen, indien die bestuurders buiten Nederland woonachtig zijn en zij zich bevinden in het internationaal verkeer, mits aan hen door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden alsmede, in de gevallen waarin zulks is vereist op grond van internationale overeenkomsten die Nederland binden, aan hen buiten Nederland een internationaal rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden;
g
motorrijtuigen, anders dan bromfietsen, indien die bestuurders in Nederland woonachtig zijn en aan hen door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, anders dan in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden, zo lang sedert de dag waarop zij zich in Nederland hebben gevestigd, nog geen 185 dagen zijn verstreken;
h
motorrijtuigen, indien die bestuurders in Nederland woonachtig zijn en aan hen door het daartoe bevoegde gezag in een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig als waarmee wordt gereden, gedurende de periode die is gelegen tussen de datum van vestiging van die bestuurders in Nederland en de datum waarop sedert de datum van afgifte van dat rijbewijs tien jaren zijn verstreken dan wel, indien die periode korter is dan een jaar, gedurende een jaar vanaf het moment van vestiging van die bestuurders in Nederland;
i
bromfietsen, indien:
1
die bestuurders buiten Nederland woonachtig zijn en zij zich bevinden in het internationaal verkeer;
2
die bestuurders die afkomstig zijn uit een Staat anders dan een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen, een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland en die in Nederland woonachtig zijn, zo lang sedert de dag waarop zij zich in Nederland hebben gevestigd, nog geen 185 dagen zijn verstreken;
3
die bestuurders die afkomstig zijn uit een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen, een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland en in Nederland woonachtig zijn, en die niet beschikken over een rijbewijs dat de bevoegdheid geeft tot het besturen van motorrijtuigen van een andere categorie dan bromfietsen, zolang sedert de dag waarop zij zich in Nederland hebben gevestigd, nog geen 185 dagen zijn verstreken.
2
Bij ministeriële regeling worden voorschriften vastgesteld ter uitvoering van de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde algemene maatregel van bestuur.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AY9443, Hoger beroep, 21-001864-05
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    04-10-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Asielzoeker wordt ontslagen van alle rechtsvervolging omdat hij terecht in de veronderstelling heeft kunnen verkeren dat hij met gebruikmaking van zijn geldig Russisch rijbewijs aan het verkeer mocht deelnemen.
  •